Totaal aantal pageviews

We are together


Het afgelopen weekend was zoals ik eerder al aanhaalde net zoals in België een verlengd weekend. Op zich had ik niet zoveel gepland en tot overmaat van ramp hadden de eigenaars van mijn cottage niet betaald voor de elektriciteit. Ze waren zelf enkele dagen op vakantie en zaten in een gebied waar er geen ontvangst was. Dat betekende dus geen elektriciteit en geen water voor meer dan vier dagen. Er zat dus niet veel anders op dan aan mijn collega's te vragen of ik met hen wat tijd mocht doorbrengen. Ik bood hen spontaan een Belgische of Europese maaltijd in ruil aan. Ik ben en blijf dan ook een gerousia (kookploeg) van JRK Kuringen!


Vrijdagavond bracht ik in het donker door met mijn laptop, drie kaarsjes en een boek. Zaterdag ging ik naar de pianoles. Hoewel Zambianen een cultuur van zang en dans hebben, is er hier nauwelijks muziekonderwijs. Via via kwam ik in contact met Carlo, een Congolees die pianoles geeft. Hij vloog er meteen in. Ik begon dadelijk met een tweehandig stuk. Ik was blij even met muziek bezig te kunnen zijn. Aangezien muziek hier sterk samenhangt met religie, ging mijn pianoles door in kathedraal van Ndola. In één van de bijgebouwen van de kerk was ondertussen een gospelkoor aan het repeteren. Het leek heel gezellig, maar aangezien ik verwacht werd bij mijn collega Benard, was er geen tijd om de sfeer daar even op te snuiven.


Het decor van mijn pianoles

Benard verwelkomde me van harte en had speciaal flessen water voor mij gekocht. Ze weten hier dat ik, na mijn Senegalervaring, immers extreem op mijn hoede ben voor vervuild water. Benard nam me mee naar Poteco, een plek waar de locals op zaterdagavond iets gaan drinken. Ook Linda, een andere collega, en haar nicht waren daar. Het was heel fijn en ongedwongen.
Aansluitend kookte ik kip met appelmoes en aardappelen voor Benard en dat viel in de smaak. Hij is van plan om appelmoes te koken voor zijn vriendin die heel wat kilometers verderop woont. Aangezien Benard het niet veilig vond dat ik in mijn eentje nog naar huis ging, schroefde hij het slot van de slaapkamer van zijn flatmate los zodat ik daar kon slapen! Zo gastvrij!

Zondagmiddag nodigde de meid, Bertha me uit om bij haar thuis langs te komen zodat ik haar kinderen kon ontmoeten en vervolgens mee kon naar een kitchenparty. Bertha had met mij te doen omdat ik zonder elektriciteit zat en zei: "No worries, we are together. We Zambians, we take care of eachother." Ik werd ook bij Bertha van harte verwelkomd. Ze vond het geweldig dat een muzungu bij haar thuis kwam en legde me uit dat dat voelt als een zegen van god. Ik voelde me vreselijk onhandig toen duidelijk werd dat Bertha een middagmaal voor me gekookt had, maar de rest van de familie niet at ... Ik was zo blij dat ik een cadeautje voor de kinderen had meegenomen en zo toch iets voor haar deed. Bertha verontschuldigde zich voor haar woonst. Ik zou ongetwijfeld hetzelfde doen als ik in haar schoenen stond, maar dat hoeft niet. Het gaat vooral om het intermenselijke, om het feit dat je een aangenaam contact met elkaar hebt en welkom bent. En wat was ik welkom!
Vervolgens gingen we dus naar de kitchenparty. Een kitchenparty is het moment waarop een vrouw die verloofd is, haar keuken krijgt. Op de kitchenparty zijn in principe alleen vrouwen uitgenodigd en krijgt de bruid in spe advies over hoe ze zich in haar huwelijk moet gedragen. Ik had als cadeautje chocolade, Belgische recepten en dunschillers mee. Ik werd daar als enige blanke wel heel erg aangestaard. Er werd me ook toevertrouwd dat ze het geweldig vonden dat ik meedeed en geïnteresseerd was in de Zambianen.

De bruid wordt onder een chitenge (een stuk stof dat meestal als rok gedragen wordt) naar haar plaats gebracht. Het laken wordt verwijderd door een tante.

Daarom is het dus een kitchenparty. 

De bruid in het midden. Ze is niet droevig, maar mag niemand aankijken, want dat zou een teken zijn dat ze geen goede manieren heeft.

Het overhandigen van het cadeautje. Je knielt uit respect. 

 En die muzungu moest en zou meedansen. Ik probeerde het eerst even op een afstand en werd dan helemaal
meegesleurd ...


Vlak voordat ik vertrok, nog even duiding geven bij mijn Belgisch cadeautje.

's Avonds mocht ik logeren bij Musyani. Ik maakte voor hem gevulde courgette klaar, één van mijn favoriete recepten, maar iets wat ze hier helemaal niet kennen. Musyani was zo verbaasd over datgene wat ik gekookt had, dat hij het meteen naar iedereen stuurde via What's App. Het werd een gezellige avond met een leuke babbel.

En natuurlijk wordt er hier ook nog gewerkt. Deze week zijn twee vertegenwoordigers van de Europese Unie op bezoek en wordt een planning uitgewerkt voor de verdere veldbezoeken. Hoewel ik niet zo betrokken ben in de relaties met de EU werd ik gisterenavond uitgenodigd door de afgevaardigde van de EU om mee te gaan eten. Ze was geïnteresseerd in mijn rol als medewerker en ik had een leuke babbel over het werken met data. Er wordt heel vaak verwacht dat alles bewezen wordt met kwantitatieve data (cijfers), maar niet alles kan je vatten in kwantitatieve data en het verzamelen van kwalitatieve data (verhalen) kost doorgaans veel geld.

Op kantoor: een presentatie over procurements door de EU

Er is de laatste week ook heel veel tijd gekropen in het in orde maken van mijn visum. Ik ben maar liefst zes keer op de dienst immigratie geweest omdat ik verkeerde informatie gekregen had. Gelukkig is nu alles in orde, maar het heeft heel wat onderhandelen en geld gekost, maar goed, dat laat ik nu achter me. Ik heb een stempel in mijn paspoort én een temporary permit. En bovenalles, heb ik het hier helemaal naar mijn zin.

Lunchtime, white elephant

Deze week zijn er geen grote dingen gebeurd, maar het is uiteraard ook fijn om het te hebben over de kleine dingen.

Ook hier gaan de collega's regelmatig samen lunchen en dat is altijd gezellig. Eén van mijn collega's nodigde me vanmiddag bij zijn thuis uit zodat ik eens kon zien hoe nshima gekookt werd. Dat werd een supergezellige boel waarbij we heel veel gelachen hebben. Musyani, degene die ons uitnodigde, mocht zelfs zijn keuken niet meer in omdat die overgenomen werd door de dames van kantoor Linda, Caroline en ik. We maakten pompoenbladeren, iets wat de bijnaam gras draagt en ze ook zo vertalen in het Engels, Impwa (doet een beetje aan een combinatie van tomaat en witloof denken), nshima, vis en eitjes. En natuurlijk eten we hier enkel met de handjes.
Geniet maar even mee van de foto's.





Hoewel het kantoor in principe de nodige middelen heeft, gaat hier ook wel het één en ander stuk, ligt het internet regelmatig uit en is er soms een probleem met de elektriciteit. De printer had deze week geen toner en de koelkast leek ook de geest gegeven te hebben. Ik hoorde mijn collega's de hele tijd "white eleft" zeggen en begreep niet zo goed wat ze bedoelden tot ik Roy vroeg of ze het hadden over een witte olifant en dat dat betekende dat er iets was, dat toch niet werkt. Toen ik verduidelijkte dat ik eerst dacht dat ze "white Ellen" zeiden, eindigde dat in lachbui bij de collega's.

Muzungu zijn

Degenen die mij vlak voor vertrek gesproken hebben, weten dat ik wat bezorgd was over het opvallen met mijn wit vel hier. Tot nu toe heeft dat wit vel van mij al tot heel veel hilariteit geleid. Soms maak ik me ook de bedenking dat dat in België over mensen met een donkere huid niet meteen zou kunnen.

Aan de oevers van de Zambezi zei Lancelot het volgende: "Let op met te dicht naar het water gaan, want aan in de rivier zitten krokodillen. Buitenlanders opgelet, krokodillen zijn vooral dol op witte mensen."

Linda vroeg me welke make up ik gebruikte. Ik denk dat de mensen die mij goed kennen nu plat liggen van het lachen. Ze vinden het vreemd dat ik af en toe rode wangen heb. Linda was verder heel geïntrigeerd over hoe mijn huid op de zon reageert.

Eén van de collega's vroeg me: "Waarom heb jij zo vaak zwarte kleren aan?" Ik antwoordde daar laconiek op:"Omdat ik dan zo veel mogelijk op jullie lijk." Hilariteit alom.

En verder kijken de kindjes hun ogen uit als ik gewoon maar heel even op een school binnenkom. Ik bewonder mijn collega's wel om me mee te nemen naar lagere scholen, want dat eindigt per definitie in een veel langere voorstelronde en veel interesse in mij. Dat is gewoon zo, maar soms vind ik dat ook wel vervelend. Ik ben gewoon maar ik, maar ik neem het met de glimlach.

Toen ik gisteren te voet naar het werk stapte, sprak een Zambiaan me aan en zei: "Waarom neem jij nu geen bus?" Ik antwoordde daar heel eerlijk op dat ik graag wandel. Hij keek me aan vol ongeloof.

Het afgelopen weekend was ik in Lusaka en daar merk je dat ze echt misbruik willen maken van mijn witte "vacht". Toen ik wat bananen kocht, wilde ze me die voor drie keer de prijs verkopen, maar dat lukte niet meteen. Zelfs een Zambiaan die daar getuige van was, maakte zich boos.

Aanstaande maandag hebben we hier ook een vrije dag. Het is dan African Freedom Day. Hier wordt dan de strijd voor onafhankelijkheid herdacht en de mensen doen dan allemaal traditionele klederdracht aan, maar voor velen is het ook gewoon een extra dagje vrij.

Ik voegde nog een extra pagina toe: "De klas van juffrouw Hadi". Je kan erop klikken in het navigatiemenu (linkerzijde van deze pagina).

Mother journalist in the far west


Zondagochtend ontwaakte ik in een lodge in Lusaka. Eén van de kamermeisjes riep enkele keren "mother" en ik had helemaal niet door dat ze mij daarmee wilde roepen. Nooit gedacht dat ze me "mother" zouden noemen, maar hier is dat een vorm van beleefdheid en je geeft ermee aan dat je respect hebt voor iemand anders. Als je iemands naam niet kent, is het heel gewoon om die persoon aan te spreken met de familierelatie die je daarmee zou kunnen hebben. Het hoeft niet altijd te zijn omdat je de naam niet kent, één van mijn oudere collega's spreekt een jongere collega steeds aan met "my daughter" en ik hoorde een kleuter ook heel vriendelijk "uncle" tegen een gids zeggen.

Na een Indische pannenkoek met paneer vertrok ik samen met Patrick, een Fransman die voor een Amerikaanse ngo werkt, richting Mongu, een stad niet zo heel ver van de Angolese grens. Na een rit van meer dan acht uur die o.a. door het Kafue National Park leidde kwamen we toe in Mongu, de hoofdstad van de Western Province. Mongu is vooral bekend omwille van zijn rijstteelt, het warme klimaat en zanderige wegen. Zoals ik in mijn vorige post al aankondigde, ben ik hier verzeild geraakt omdat het ministerie van onderwijs jaarlijks een JAR, joint annual review, organiseert. Hiervoor worden drie provincies geselecteerd en worden teams samengesteld waarin leden van het ministerie van onderwijs vertegenwoordigd zijn net zoals alle partners die op de één of andere manier actief zijn in het onderwijs. De delegatie in Western Province bestaat uit 25 personen. Deze delegatie is opgesplitst in groepen van vijf en bezoeken elk twee scholen per dag. Dit jaar wordt er geëvalueerd of het nieuwe curriculum goed geïmplementeerd is en of het een meerwaarde biedt aan het onderwijs.

Alvorens we naar scholen kunnen, moeten we hier toestemming vragen aan de leidinggevenden. Ons eerste bezoek was een bezoek aan de provinciale onderwijsofficier. Het viel me op hoe open en eerlijk ze over haar district was en ook heikele thema's als tienerzwangerschappen aanhaalde, iets wat in het sterk katholieke Zambia soms heel gevoelig ligt.
Vervolgens gingen we naar de DEBS, de district education board secretary of nog de districthouder. Ook deze voorzag ons van heel wat data over het district. Na de toelating en wat praktische organisatie konden we dinsdag dan met het echte werk beginnen.
We mochten als eerste op bezoek in de Kaoma Secondary School. We troffen daar een goed georganiseerde school, met vriendelijke en open leerkrachten en leerlingen. Deze school had tot vorig jaar een groot aantal tienerzwangerschappen (tot 32 per trimester). Eén van de mogelijke oorzaken is de nabij gelegen legerkazerne ... De school zorgde er onder andere voor dat de internen beter opgevolgd werden en ze stimuleerde leerlingen die alleen wonen om zich in te schrijven in het internaat. Het afgelopen semester daalde het aantal tienerzwangerschappen tot 2 per trimester.

Ik interviewde hier o.a. leerlingen en een ouder die deel uitmaakt van het oudercomité. Ik vroeg aan enkele leerlingen die deel uitmaken van een klas van 84 leerlingen wat volgens heb het ideale aantal leerlingen zou zijn. Een klas van 35 was het kleinste aantal dat als ideaal omschreven werd.
Aan het eind van het interview mochten de leerlingen ook twee vragen aan mij stellen.
Ze vroegen me hoe mijn studieloopbaan eruit gezien had en of de leerlingen in België andere dingen leerden dan hen. Ze waren verbaasd dat de leerlingen in België grotendeels hetzelfde leerden en begrepen wel dat er meer materiaal was in de klassen in België.
Simon, één van de delegatieleden, zij na het bezoek aan deze secundaire school: "Ellen, ik zie dat dit helemaal jouw terrein is. Hoe je contact maakt met de leerlingen en hen de juiste vragen weet te stellen, jij lijkt wel een journalist."



De directie van de Kaoma Secondary School en mijn delegatie met leden van het ministerie van onderwijs, een werknemer van USAID (links van mij) en een medewerker van het ministerie van onderwijs uit Eritrea (rechts van mij) 

Vandaag gingen we op bezoek in een special needs school, een school voor dove leerlingen. Toen we toekwamen zei één van mijn Zambiaanse collega's: "What? Is this a school?". Ik deed nog niet echt uitspraken omdat ik niet te snel wil oordelen, maar ik vond het gebouw wel heel klein. We werden ook hier hartelijk ontvangen door de directeur die amper een uurtje van te voren wist, dat wij zijn school zouden bezoeken. Ik probeer me in te beelden hoe bepaalde scholen in België zouden reageren als ze minder dan een dag op voorhand zouden weten dat een officiële delegatie op bezoek zou komen!
De directeur stelde zijn school heel kort voor met wat gegevens over het aantal ingeschreven leerlingen en nam ons meteen mee op rondleiding. Hij zei dat hij veel kon vertellen, maar dat hij ons liever liet rondkijken. Dat is hier echt ongebruikelijk. Hij voegde er ook aan toe dat we gechoqueerd zouden zijn. Hij leek geen seconde overdreven te hebben, want de hele delegatie werd stil en Simon zei: "It really touches my heart.". De slaapzaal voor meisjes heeft geen deur en er is nauwelijks daglicht. Bovendien zijn er maar zes matrassen voor 22 meisjes. Sommigen slapen gewoon op een oude deur. Aangezien de jongens in de omgeving misbruik durven maken van de handicap van de meisjes, ze kunnen namelijk niet roepen, offert een moeder zich op om elke nacht bij de meisjes te slapen. Als de lessen gedaan zijn, zit de dagtaak van de leerkrachten erop en is er geen toezicht meer.
Stromend water en elektriciteit zijn er niet en ook de kookfaciliteiten zijn waardeloos. 

                 
                      De keuken, de kookpot bevat het middagmaal voor alle leerlingen van de school ...

Geld voor voeding was er ook nauwelijks waardoor ze niet meer dan bonen konden koken voor hun leerlingen. Het is onvoorstelbaar dat de overheid een kok betaalt, maar de school verder ontbeert van alle mogelijke faciliteiten.
Er zijn veel te weinig klaslokalen waardoor vier leerkrachten één klaslokaal delen.
Tegelijk geloof ik helemaal in deze school. De leerkrachten zijn goed opgeleid, ze kennen hun vak en slagen er ondanks de erbarmelijke omstandigheden in om mooie resultaten te behalen met de leerlingen. De leerlingen ontbreekt het zeker niet aan motivatie want ze willen allemaal heel graag verder studeren.

Dat mijn Zambiaanse collega's ook sterk onder de indruk waren, werd me helemaal duidelijk aan het eind van het bezoek. De delegatieleider nam het initiatief om te vragen of we als delegatielid iets wilden doneren en dat heeft iedereen ook gedaan. Met onze delegatie van zes mensen sprokkelden we meer dan 100 EUR bij elkaar. We vroegen expliciet om de kinderen morgen een volwaardige maaltijd te geven en stopten de moeder die elke nacht vrijwillig bij de meisjes slaapt, wat centen toe. Hier is dus een ander stukje van de ontvangen centen van familie en vrienden heen gegaan.

De enthousiaste bende van de School for the deaf
Zo hebben ze ook eens een schoolfoto!


De boom, elke school heeft wel een grote boom op zijn speelterrein.Aan de jeeps zie je dat de delegatie op bezoek is.


De meisjesslaapzaal

Het bezoek aan de school voor doven bleef bij iedereen hangen en bij de debriefing bij de DEBS werd er flink voor hen gepleit. De DEBS heeft beloofd het schoolhoofd uit te nodigen. Ik ben benieuwd of dat zal gebeuren. Ik ben in ieder geval van plan om daar nog eens naar te polsen.

Na ons bezoek aan de school voor doven, volgde een andere ontnuchterende ervaring. We brachten een bezoek aan een overheidsschool. Ook hier was er geen elektriciteit en stromend water. Dit is gelukkig geen internaat. Ik laat de foto voor zich spreken.


En hoe zit dat nu met het nieuwe curriculum? Wel dat heeft zoals alles zijn voor- en zijn nadelen en moet bijgeschaafd worden. Je merkt dat het nieuwe curriculum opgemaakt is door mensen die ver van de werkelijkheid staan en misschien zelfs gepusht werden door ontwikkelingsorganisaties die met Westerse ogen naar Zambia kijken.
Er is een hele brok ICT voorzien in het nieuwe curriculum ... maar hoe doe je dat zonder elektriciteit en zonder leerkrachten die iets van ICT kennen? De invoering gebeurt te traag omdat de handboeken of het nieuwe curriculum gewoon te traag bij de leerkrachten geraakt. Aangezien Zambia centrale examens heeft, betekent de trage invoering dat de kinderen uit afgelegen gebieden geen gelijke kansen krijgen bij het afleggen van het centraal examen.
Het feit dat er nu les gegeven wordt in de lokale taal in de eerste jaren van het lager onderwijs, zorgt er volgens de leerkrachten voor dat de kinderen zich vlotter uitdrukken en ze makkelijker leren.

Na het opdoen van al deze indrukken, werden we getrakteerd op een lunch met een prachtig uitzicht op de Zambezi. Dat is heel fijn uiteraard, maar wat mij betreft, hadden ze dat geld gerust aan iets anders mogen besteden. Elk delegatielid heeft immers van zijn of haar organisatie een budget mee om te eten. Als we niet op missie waren moesten we onze voeding ook zelf bekostigen.


Morgen bezoeken we nog één school en beginnen we met het schrijven van het eindrapport.
De JAR blijft ongetwijfeld een ervaring waar ik nog heel lang aan zal terug denken omdat ik veel over ngo's geleerd heb en mensen heb leren kennen, maar ook omwille van de diepe indrukken die de leerlingen, de leerkrachten en hun scholen op me nalaten.




De Luangwavallei - Nyamununga

In South Luangwa national park geraak je niet zomaar. Ik nam een vlucht naar de hoofdstad om daar Magali en Joren, twee vrienden uit België, op te pikken en vervolgens een busreis van 12 uur naar Mfuwe aan te vatten. Het nam veel tijd in beslag, maar ik vond het heerlijk om onderweg te zijn en zoveel van het landschap te zien. Op zo een lange busreis kom je langs vele dorpen en ontdek je het platteland. Ik zag vele dorpen die maar uit enkele hutten en huisjes bestonden.Het was net donker toen we in Nyamununga aankwamen en ik was toch wel erg verbaasd hoe eenvoudig dit dorp is.
Ik koos South Luangwa national park uit voor mijn 1mei-break omdat het een groot park is, dat nog niet overstelpt wordt door het toerisme. De big five, de vijf grootste dieren waar de mens op jaagt, kan je hier niet zien omdat er geen neushoorns leven in de Luangwavallei. Maar de vier andere dieren van deze verzameling nl. de olifanten, luipaarden, buffels en leeuwen, zag ik allemaal op mijn allereerste ‘game drive’. Natuurlijk kan je hier ook een heleboel andere dieren zien zoals wrattenzwijntjes, zebra’s en giraffen. Het viel me meteen op hoe waarheidsgetrouw de Lion King is.




In het nationaal park kwam ik uiteraard ook andere toeristen tegen en jawel hoor, ik heb mijn Russisch nog eens kunnen boven halen. De mond van de anderen in de safaritruck viel wel even open en die van de Russen natuurlijk ook.
Hoewel ik mensen niet graag in hokjes stop, merkte ik hier salontoeristen op die enkel aan zichzelf denken en (te) hard reageren naar de lokale bevolking. Ik vind dat je je als toerist erg bewust moet zijn van het feit dat je op bezoek bent in de wereld van een ander en daar respect voor opbrengt. Het is hier niet allemaal zoals ‘thuis’, maar de Zambianen zijn wel vriendelijk en gastvrij en daarom ben je op zijn minst beleefd en erken je hen in dat wat je onderneemt.

Mijn kleren hebben hier al enige “kleerscheuren” opgelopen. Eén broek heb ik per ongeluk verkeerd gewassen en een andere broek bleek een serieuze scheur te hebben. Zo kwam ik dus in contact met Inouk, the tailorman (de kleermaker). Magali en ik namen samen met Inouk een taxi naar zijn thuis. Tijdens de rit naar zijn thuis polste hij heel voorzichtig of wij graag wandelden. Toen ik vertelde dat ik soms een dagtocht van 20 km deed, viel zijn mond bijna open. “Ik dacht dat jullie blanken niet konden wandelen.” Diep in mijn binnenste moest ik erom lachen. Ik ben tegelijk blij dat we hem konden duidelijk maken dat wij net zo goed kunnen stappen, maar veel meer gebruik maken van auto’s en dergelijke omdat we vaak grotere afstanden moeten afleggen naar ons werk en daar niet altijd een hele dag voor kunnen uittrekken.
Inouk heeft mijn broek hersteld en er ook twee nieuwe gemaakt. Aangezien Magali af en toe naait en ik dat in een opflakkering ook eens gedaan heb, vroegen we of we de restjes van het stof ook konden hebben zodat we daar iets mee konden doen. Inouk keek ons met vragende ogen aan waardoor ik hem uitlegde dat je uit restjes mooie bloemen kan maken om kledij te versieren. Ik beloofde hem om een worksheet te maken en dat aan hem te bezorgen. De eigenares van onze lodge zag me met de worksheet bezig en vond dat dat ook iets was voor de lokale kinderen. Dat resulteerde dus in een avondje ‘bloemetjes maken’.

Aangezien ik hier in het kader van mijn opleiding ben, greep ik ook hier de kans om kennis te maken met het lokale onderwijs en bezocht samen met Magali en Joren een community school. Het was verbazend om te zien hoe kinderen van een jaar of negen nog speelden met houten puzzels en hoe trots ze waren dat ze konden lezen. Op het ogenblik dat ik met Crispin een boek las, overviel me even een vlaag van heimwee naar het echte “hands on” werk van leerkracht-zijn. Lesgeven is een vak waarin je echt bezig kan zijn met de kinderen en hen progressie ziet maken.
Je kon ook wel zien dat deze school een beetje kan meegenieten van het toerisme in de buurt van hun school. Er is een bibliotheek ingericht waarin ongeveer 700 Engelstalige boeken te vinden zijn. Als je weet dat er in deze school 694 kinderen school lopen, is het dus niet mogelijk om boeken uit te lenen. De bibliotheek is eerder een plek die fungeert als lees- en knutselruimte zodat kinderen na schooltijd, maar ook tijdens de schoolvakanties iets om handen hebben.


Ik introduceerde hier ‘de bloemetjes’ aan een dame die meehelpt in de bibliotheek. Ik was enorm verbaasd dat er behalve boeken nauwelijks materiaal voor handen was! Ze vroeg of ik misschien een naald en wat draad had zodat ze meerdere bloemetjes kon maken. Aangezien we toch nog in het dorp moesten zijn, dacht ik dat ik wel ergens wat naald en draad kon vinden, maar helaas. Ik heb het beloofd, dus op de één of andere manier zal er hier binnenkort een pakketje met naald en draad komen.

Van verschillende mensen kreeg ik ‘centjes’ en hulpgoederen mee om iets zinvol te doen in Zambia. Een eerste deeltje van de ontvangen centen heb ik hier in Nyamununga gedoneerd aan Project Luangwa waarin onderwijs en gender centraal staan. Project Luangwa zet zich ook in voor weeskinderen. De regio rond South Luangwa, net zoals zovele andere regio’s in Zambia, kenmerkt zich onder andere door een hoog aantal weeskinderen. De oorzaak van het overlijden van de ouders wordt nooit echt benoemd, maar is zeer vaak aids. Een ander initiatief van Project Luangwa is dat lokale vrouwen herbruikbaar maandverband maken voor de lokale meisjes. Hoe vreemd het ook is, maar toegang tot maandverband is in een afgelegen dorpje als dit moeilijk en bovendien is het erg duur waardoor meisjes niet naar school gaan tijdens hun menstruatie, om over hygiëne nog maar te zwijgen.

Een aantal van de Engelstalige boeken die ik meekreeg, wonen vanaf nu in de bibliotheek in de Nyamunungaschool. Ik ben er zeker van dat ze hier een meerwaarde betekenen voor het leesproject.

Als alles goed zit, ben ik de komende week niet op mijn thuisbasis, Ndola. Ik mag samen met leden van enkele andere ngo’s een bezoek brengen aan een school om te kijken hoe ver het nieuwe curriculum intussen geïntegreerd is. Ik ben benieuwd!