In South Luangwa national park geraak je niet zomaar. Ik nam
een vlucht naar de hoofdstad om daar Magali en Joren, twee vrienden uit België,
op te pikken en vervolgens een busreis van 12 uur naar Mfuwe aan te vatten. Het
nam veel tijd in beslag, maar ik vond het heerlijk om onderweg te zijn en
zoveel van het landschap te zien. Op zo een lange busreis kom je langs vele
dorpen en ontdek je het platteland. Ik zag vele dorpen die maar uit enkele
hutten en huisjes bestonden.Het was net donker toen we in Nyamununga aankwamen
en ik was toch wel erg verbaasd hoe eenvoudig dit dorp is.
Ik koos South Luangwa national park uit voor mijn 1mei-break
omdat het een groot park is, dat nog niet overstelpt wordt door het toerisme.
De big five, de vijf grootste dieren waar de mens op jaagt, kan je hier niet
zien omdat er geen neushoorns leven in de Luangwavallei. Maar de vier andere
dieren van deze verzameling nl. de olifanten, luipaarden, buffels en leeuwen,
zag ik allemaal op mijn allereerste ‘game drive’. Natuurlijk kan je hier ook
een heleboel andere dieren zien zoals wrattenzwijntjes, zebra’s en giraffen.
Het viel me meteen op hoe waarheidsgetrouw de Lion King is.
In het nationaal park kwam ik uiteraard ook andere toeristen tegen en jawel
hoor, ik heb mijn Russisch nog eens kunnen boven halen. De mond van de anderen
in de safaritruck viel wel even open en die van de Russen natuurlijk ook.
Hoewel ik mensen niet graag in hokjes stop, merkte ik hier salontoeristen op die enkel aan zichzelf denken en (te) hard reageren naar de lokale bevolking. Ik vind dat je je als toerist erg bewust moet zijn van het feit dat je op bezoek bent in de wereld van een ander en daar respect voor opbrengt. Het is hier niet allemaal zoals ‘thuis’, maar de Zambianen zijn wel vriendelijk en gastvrij en daarom ben je op zijn minst beleefd en erken je hen in dat wat je onderneemt.
Hoewel ik mensen niet graag in hokjes stop, merkte ik hier salontoeristen op die enkel aan zichzelf denken en (te) hard reageren naar de lokale bevolking. Ik vind dat je je als toerist erg bewust moet zijn van het feit dat je op bezoek bent in de wereld van een ander en daar respect voor opbrengt. Het is hier niet allemaal zoals ‘thuis’, maar de Zambianen zijn wel vriendelijk en gastvrij en daarom ben je op zijn minst beleefd en erken je hen in dat wat je onderneemt.
Mijn kleren hebben hier al enige “kleerscheuren” opgelopen.
Eén broek heb ik per ongeluk verkeerd gewassen en een andere broek bleek een
serieuze scheur te hebben. Zo kwam ik dus in contact met Inouk, the tailorman
(de kleermaker). Magali en ik namen samen met Inouk een taxi naar zijn thuis.
Tijdens de rit naar zijn thuis polste hij heel voorzichtig of wij graag
wandelden. Toen ik vertelde dat ik soms een dagtocht van 20 km deed, viel zijn
mond bijna open. “Ik dacht dat jullie blanken niet konden wandelen.” Diep in
mijn binnenste moest ik erom lachen. Ik ben tegelijk blij dat we hem konden
duidelijk maken dat wij net zo goed kunnen stappen, maar veel meer gebruik maken
van auto’s en dergelijke omdat we vaak grotere afstanden moeten afleggen naar
ons werk en daar niet altijd een hele dag voor kunnen uittrekken.
Inouk heeft mijn broek hersteld en er ook twee nieuwe gemaakt. Aangezien Magali af en toe naait en ik dat in een opflakkering ook eens gedaan heb, vroegen we of we de restjes van het stof ook konden hebben zodat we daar iets mee konden doen. Inouk keek ons met vragende ogen aan waardoor ik hem uitlegde dat je uit restjes mooie bloemen kan maken om kledij te versieren. Ik beloofde hem om een worksheet te maken en dat aan hem te bezorgen. De eigenares van onze lodge zag me met de worksheet bezig en vond dat dat ook iets was voor de lokale kinderen. Dat resulteerde dus in een avondje ‘bloemetjes maken’.
Inouk heeft mijn broek hersteld en er ook twee nieuwe gemaakt. Aangezien Magali af en toe naait en ik dat in een opflakkering ook eens gedaan heb, vroegen we of we de restjes van het stof ook konden hebben zodat we daar iets mee konden doen. Inouk keek ons met vragende ogen aan waardoor ik hem uitlegde dat je uit restjes mooie bloemen kan maken om kledij te versieren. Ik beloofde hem om een worksheet te maken en dat aan hem te bezorgen. De eigenares van onze lodge zag me met de worksheet bezig en vond dat dat ook iets was voor de lokale kinderen. Dat resulteerde dus in een avondje ‘bloemetjes maken’.
Aangezien ik hier in het kader van mijn opleiding ben, greep
ik ook hier de kans om kennis te maken met het lokale onderwijs en bezocht
samen met Magali en Joren een community school. Het was verbazend om te zien
hoe kinderen van een jaar of negen nog speelden met houten puzzels en hoe trots
ze waren dat ze konden lezen. Op het ogenblik dat ik met Crispin een boek las,
overviel me even een vlaag van heimwee naar het echte “hands on” werk van
leerkracht-zijn. Lesgeven is een vak waarin je echt bezig kan zijn met de
kinderen en hen progressie ziet maken.
Je kon ook wel zien dat deze school een beetje kan meegenieten van het toerisme in de buurt van hun school. Er is een bibliotheek ingericht waarin ongeveer 700 Engelstalige boeken te vinden zijn. Als je weet dat er in deze school 694 kinderen school lopen, is het dus niet mogelijk om boeken uit te lenen. De bibliotheek is eerder een plek die fungeert als lees- en knutselruimte zodat kinderen na schooltijd, maar ook tijdens de schoolvakanties iets om handen hebben.
Je kon ook wel zien dat deze school een beetje kan meegenieten van het toerisme in de buurt van hun school. Er is een bibliotheek ingericht waarin ongeveer 700 Engelstalige boeken te vinden zijn. Als je weet dat er in deze school 694 kinderen school lopen, is het dus niet mogelijk om boeken uit te lenen. De bibliotheek is eerder een plek die fungeert als lees- en knutselruimte zodat kinderen na schooltijd, maar ook tijdens de schoolvakanties iets om handen hebben.
Ik introduceerde hier ‘de bloemetjes’ aan een dame die
meehelpt in de bibliotheek. Ik was enorm verbaasd dat er behalve boeken
nauwelijks materiaal voor handen was! Ze vroeg of ik misschien een naald en wat
draad had zodat ze meerdere bloemetjes kon maken. Aangezien we toch nog in het
dorp moesten zijn, dacht ik dat ik wel ergens wat naald en draad kon vinden,
maar helaas. Ik heb het beloofd, dus op de één of andere manier zal er hier
binnenkort een pakketje met naald en draad komen.
Van verschillende mensen kreeg ik ‘centjes’ en hulpgoederen
mee om iets zinvol te doen in Zambia. Een eerste deeltje van de ontvangen
centen heb ik hier in Nyamununga gedoneerd aan Project Luangwa waarin onderwijs
en gender centraal staan. Project Luangwa zet zich ook in voor weeskinderen.
De regio rond South Luangwa, net zoals zovele andere regio’s in Zambia, kenmerkt zich onder
andere door een hoog aantal weeskinderen. De oorzaak van het overlijden van de
ouders wordt nooit echt benoemd, maar is zeer vaak aids. Een ander initiatief
van Project Luangwa is dat lokale vrouwen herbruikbaar maandverband maken voor
de lokale meisjes. Hoe vreemd het ook is, maar toegang tot maandverband is in
een afgelegen dorpje als dit moeilijk en bovendien is het erg duur waardoor meisjes
niet naar school gaan tijdens hun menstruatie, om over hygiëne nog maar te
zwijgen.
Een aantal van de Engelstalige boeken die ik meekreeg, wonen vanaf nu in de bibliotheek in de Nyamunungaschool. Ik ben er zeker van dat ze hier een meerwaarde betekenen voor het leesproject.
Als alles goed zit, ben ik de komende week niet op mijn
thuisbasis, Ndola. Ik mag samen met leden van enkele andere ngo’s een bezoek
brengen aan een school om te kijken hoe ver het nieuwe curriculum intussen
geïntegreerd is. Ik ben benieuwd!