Totaal aantal pageviews

Koperkogels, kleermakers en kleuters

Afgelopen zaterdag sleepten mijn collega's me mee naar de match Zambia - Guinee Bissau, een kwalificatiematch voor de Afrikacup. Hoewel ik geen voetbalfan ben, moest en zou ik mee. Ik moet wel zeggen dat heel de stad in de ban van de match was en heel veel mensen zich in het groen kleedden. Ik mocht niet mee zonder dat ik iets groens had en mijn collega Yoram had daarom gezorgd voor een groen voetbaltruitje. Ik kreeg er ook nog van mijn vrienden waardoor ik nu dus drie voetbaltruitjes heb.

 Gek doen met Yoram (op kantoor, vlak voor de match)

 Het stadion in Ndola

Roy, my favorite driver

De match was helaas eerder saai. Zambia had het overwicht, maar maakte geen enkele kans af waardoor het resulteerde in gelijk spel. Ook een penalty wisten ze niet te verzilveren. Die penalty was anders wel het moment van de match waarop de Zambianen uit hun dak gingen. Chipolopolo! Dat is de naam van de nationale ploeg en betekent zoveel als koperkogels. Niet verwonderlijk als je weet dat hier heel veel kopermijnen zijn en dat een belangrijke bron van inkomsten is voor Zambia.
De Zambianen waren teleurgesteld in het gelijk spel. Na de match gingen we nog iets drinken en wilden ze me per sé Afrikaans leren dansen. Met mijn gevoel voor ritme komt zoiets helemaal goed! De details bespaar ik jullie.

De dag na het voetbal had ik met Bertha, de meid, afgesproken om naar een lokale markt, de Masalamarkt te gaan. Het werd een 'girls out' en ik kocht er naast wat typische groenten en fruit ook chitenges. Chitenges zijn stoffen met een typisch Afrikaanse print. De vrouwen hier dragen die meestal als een wikkelrok. Je koopt stof hier dan ook meestal in stukken van twee meter.
Ik kocht twee stukken rode chitenge en ging ermee naar een kleermaker. Ik wilde die stukken stof afgeven en mijn kleed later oppikken, maar dat was buiten Bertha gerekend. Bertha dwong de kleermakers om meteen aan mijn kleed te beginnen! Volgens Bertha was niemand te vertrouwen. In twee uur tijd maakten de kleermakers mijn kleed. Bertha wou ook niet dat we verder de markt gingen verkennen, want we moesten hen in het oog houden. De kleermakers vonden het een onvergetelijke namiddag en vroegen me 'de kleren van het lijf' over België en het feit dat ik hier als vrijwilliger enkele maanden doorbracht. Ik was moe van al die uitleg over België. Maar ik begreep het uiteraard wel. Het is hun kans om iets van Europa te leren kennen. Ze vroegen zoals wel vaker naar sneeuw, onze sociale zekerheid, de wegen en wat wij zo allemaal eten.


 Bertha en ik 

 Zambian me onder het goedkeurend oog van Bertha


De kleermakers

En ook op professioneel gebied gebeurt er hier nog het één en ander. Ik heb deze week gewerkt aan een observatietool. De observatietool is zo ongeveer klaar en zal volgende week uitgetest worden om te onderzoeken of het project van ECSITE ook effectief impact heeft.
Ik heb ook samen met het QEECS-team de nodige vragenlijsten ontwikkeld om uit te zoeken wat de echte oorzaak is van een school die maar leerlingen blijft inschrijven. Klassen van 100 zijn de norm en de grootste klas is zelfs een klas van 180 leerlingen. De EU stelde zich hier vragen bij en wil dat we dit verder onderzoeken indien deze school deel blijft uitmaken van het QEECS-project. Ik ben de mannen van het QEECS-team zo dankbaar voor alle moeite die ze voor me doen! Ze hebben ervoor gezorgd dat ik zelfs in twee naburige scholen interviews kan gaan afnemen zodat ik een goede case study kan uitwerken. Petje af, hoor. Vooral omdat iedereen en zeker de kinderen weer vol fascinatie naar mij gaan kijken en aan mij komen hangen. Ik vind het niet erg om muzungu te zijn. Ik ben het intussen gewoon en maak er geen punt van. Ik laat de kinderen even naar mijn handen kijken en geef een high five of een handje zodat ze weten dat ik 'echt' ben.

Daarnaast ben ik ook nog op pad geweest met 'mijn' QEECS'ers. We zijn voor het QEECS-project dus op zoek naar nog één extra school. We bezochten twee scholen. Eén school, die ook ondersteund werd door ECSITE, bleek ineens gesloten te zijn. Mijn Zambiaanse collega's waren wel heel teleurgesteld en gefrustreerd bij het ontdekken dat deze school niet meer operationeel was.

 Een kleuter uit de laatste kleuterklas die trots haar schriftje toont aan Musyani en mij



 De gesloten school


Zoals iedereen weet, kook ik heel graag. Ik heb hier uiteraard ook wat lokale ingrediënten uitgeprobeerd, maar ze ongetwijfeld een Europees tintje meegegeven. Daarnaast heb ik deze week ook Herman, de vriendschapscake voor mijn collega's gebakken. Ze vonden het lekker. Het was eeuwen geleden dat ik nog eens een Hermancake at en eigenlijk de eerste keer dat ik hem zelf klaarmaakte. Ik moest even terugdenken aan de tijd dat ik kind was en steeds aan één van mama's collega's vroeg om die cake voor me te bakken. Hier zijn geen hazelnoten te vinden, maar de cashewnoten zijn waardige vervangers.

Creatieve benadering van impwa
Impwa is een combinatie van een tomaat en witloof. Het smaakt soms erg bitter, maar deze impwa's waren niet al te bitter, want daar hou ik niet van. Tegelijk probeer ik graag alles uit en dus ook impwa.

Ellens pompoencreatie
Pompoen, overgoten met linzen, fetakaas (en ja, dat is hier ontzettend duur), ajuin, tomaat en paprika. Deze pompoen smaakt eerder naar zoete aardappel. Zambianen zijn vooral gek op de pompoenbladeren en eten minder vaak het vruchtvlees.
Links bovenaan zie je ook schillen van de intungulu. Dat is een soort zure granaatappel.

Citroenen in de tuin

Het is midden juni nu en dat betekent dat we in de allerkoudste periode aanbeland zijn. Nu ja, koud. Het betekent dat het vooral 's morgens en 's avonds erg koud is, maar rond de middag is het zo 25 graden.

En als laatste wil ik jullie ook even meegeven dat ik naast mijn lokale namen ook een lokaal liedje toegewezen kreeg. Oh le le. Je hoort inderdaad Frans, het is dan ook een liedje dat overgewaaid komt uit Congo. Ndola ligt immers niet zo heel ver van de Congolese grens.
Ze spreken mijn naam hier eerder uit als elin en als je dan wat speelt met de klanken in Oh le le, hoor je mijn naam wel ergens in dat liedje. Ik vind het in ieder geval leuk.
Geniet maar even mee: Oh le le.

Oh le le, tot volgend week!